Geschiedenis

De oprichting
De Vogelwacht van Eastermar is al heel oud. Het is één van de oudsten in Fryslân. Opgericht in 1946. In het begin waren het vooral de weidevogels die de grootste aandacht en bescherming genoten. In die tijd waren er nog veel weidevogels. Toch hadden die het ook toen al moeilijk. De wacht had in die jaren al een eigen vogelreservaat waar het verboden was om eieren te zoeken. Inmiddels zijn de meeste weidevogels in onze dorpsomgeving zeldzaam geworden. Het reservaat van de wacht “de Bouwespolder” was in 2013 voor het eerst Kievitloos. De polder verruigt en is vrijwel ongeschikt geworden voor weidevogels. (zie voor details ook www.eastermar.nl onder verenigingen, vogelwacht)

Bakens verzet
In een langzaam tempo veranderde het doel van de wacht. De meeste leden lieten het aaisykjen voor wat het was. In de 80-tiger jaren van de vorige eeuw, onder voorzitterschap van Gerrit Kroese, is een bredere vogelwacht ontstaan. In die tijd schaarde de vereniging zich ook onder de voorstanders van het inkorten van het aaisykjen, de raaptijd van Kieviteieren. Dat leverde nogal eens conflicten op met het hoofdbestuur van de Bond van Friese Vogelwachten. En ook toen al bepaalde de wacht haar nog steeds geldende standpunt (zie onder Vereniging). De eigen lijn werd en wordt nog steeds vastgehouden. Leden die toch aaisykjen willen, worden gerespecteerd. Verplicht zorgen voor de weidevogels wordt dan wel verwacht. Er zijn tegenwoordig nog enkele leden-aaisykers over. In de negentiger jaren is ook de naam van de wacht veranderd. De huidige naam dekt de lading ook beter. Het accent van het vrijwilligers werk ligt nu veel meer op andere zaken die natuur en landschap betreffen.

Bredere doelen
In de afgelopen jaren veranderde het vrijwilligerswerk. Hoewel de (weide)vogelzorg en ander vogelwerk zoals inventarisatie en monitoring nog steeds een grote plaats krijgt, is het sterk accent ook komen te liggen bij de bescherming van natuur en landschap in het algemeen in de streek. Veelal gebeurt dat samen met anderen die vergelijkbare doelen na streven. Trots was het bestuur van de wacht toen er in de jaren 80 een lid vertegenwoordiger in de ruilverkavelingscommissie Oostermeer werd (eerst Reinder van de Meulen, later Germ de Vries). De vereniging had zo invloed op de bescherming van de natuur in de meeroevers en het landschap van houtwallen en singels. De inrichting van de natuurgebieden werd, mede op initiatief van de wacht, in 1998 gebaseerd op het inrichtingsplan “kleuren in natuurgebieden”. Voor een groot deel waren daar ideeën van leden van de wacht in verwerkt. Ook meedenken en werken aan de ontsluiting van de natuurgebieden en het boerenland bleef een belangrijk doel. Het Kroesepaad langs de noordoever van de Leien, met drie, van uit het dorp, te wandelen lussen was ook zo’n resultaat. En in begin jaren van deze eeuw leverden leden en bestuur een essentiële bijdrage aan de inrichting van de Leijen (in het Lits-Lauwersmeerproject). Oude vaargeulen en eilandjes met aanleggelegenheid droegen bij aan een betere bescherming van de waardevolle oevers en de wenselijke zonering van het recreatief gebruik. Meer recentelijk wordt meegedacht en overlegd, samen met andere partijen, over het verbeteren van de inrichting van de polders en natuurgebieden aan weerszijden van de Sumarderwei. Ook bestemmingplannen worden samen met de Natuur- en Landschapsvereniging “De Marren, De Wâlden” beoordeeld en steunt de wacht eventuele reacties en bezwaren. Soms moest het bestuur en anderen de rechter inschakelen. Daarvoor wijkt de wacht dan wel niet maar wil dat natuurlijk liever voorkomen.

De wacht ziet het geven van advies en voorlichting uitdrukkelijk als een belangrijke taak om de brede doelstelling te verwezenlijken. Dat gebeurt vooral door projecten in het dorp zoals het Zwaluwenproject in 2012 en 2013. Maar ook de jeugd krijgt aandacht. Het streven is dat tenminste één lid elk jaar gastlessen met excursies geeft op de basisscholen in het dorp.