De andere dieren

Deze categorie is te groot en nog te onbekend om uitputtend te beschrijven. Daarom een kleine greep uit de vele dieren die voorkomen.
Otter en Noordse woelmuis kwamen tot in de jaren 70 van de vorige eeuw in de oever van de beide meren voor. Beide waren tot voor kort uitgestorven. Inmiddels is door herintroducties de Otter weer aanwezig in zijn oorspronkelijke terrein in de streek. Nieuwkomer is de Vos, de Steenmarter en de Das. De laatste heeft zich nog niet definitief gevestigd met één of meer burchten maar wordt af en toe vastgesteld (verkeerslachtoffer of door sporen van voedselzoeken). Vos en Streenmarter zijn inmiddels zo algemeen dat ze ook wel in het dorp worden aangetroffen of er zoals de Streenmarter er leven.

Het ondiepe water in de meeroevers heeft veroorzaakt dat de amfibieën zoals de Gewone pad maar ook diverse vissoorten zijn toegenomen. Sinds de inrichting van de oevers als natuurgebied is de oppervlakte aan paaiplaatsen sterk toegenomen. In de streek is de Kleine watersalamander op veel plaatsen (ook bij de behuizingen) aan te treffen. Recent is een kleine slang waargenomen en het wachten is nu op de vestiging van de Ringslang. Hier en daar zijn al slangenbroedbulten aangelegd. De oevers in het bijzonder maar ook de grotere tuinen bij de huizen en boerderijen zijn rijk aan insecten. Op enkele plaatsen langs De Burgumer Mar zijn speciale vlinderweitjes aangelegd die door vrijwilligers worden onderhouden. In de zomer van 2013 werden daar plotseling vele exemplaren van de zeldzame Oranje luzernevlinder waargenomen. De bijzondere, aan Krabbescheer gebonden, libel de Groene glazenmaker komt in deze oeverlanden ook voor.